Een dag op de peutergroep

‘De eerste kinderen komen meestal rond kwart voor acht, daarom beginnen we in een gemeenschappelijke ruimte met de baby’s, dreumesen en peuters. De baby’s gaan als eerste naar hun groep. Rust in de ochtend is namelijk fijn voor het verdere verloop van de dag. Voor mij betekent het op tijd naar boven met de peutergroep, om de kinderen in alle rust te ontvangen. Ze mogen spelen, tekenen, kleuren. We voeren gesprekjes en horen van de ouders hoe het de dag ervoor is gegaan: heeft hun kind goed geslapen en gegeten, is het fit? Samen met mijn collega hebben we maximaal vijftien kinderen op onze groep.’

‘Met mijn collega kijk ik of er bijzonderheden zijn waar we rekening mee moeten houden. Daarna gaan we met de kinderen opruimen en om half tien aan tafel. Dan volgt het eerste eetmoment: fruit. We zingen een liedje, de kinderen krijgen fruit en water wat ze zelf mogen inschenken. Dat doen we om de zelfstandigheid en samenwerking te bevorderen. Lukt het niet? Vraag dan een vriendje/vriendinnetje die je wil helpen. Sommige kinderen vertellen honderduit over thuis. Na een kwartier krijgt iedereen een washandje; de kinderen boenen zich (fruit geeft plakhanden) en checken of ze schoon zijn voor de spiegel. Daarna spelen, een creatieve activiteit of Friends call me Jim, het beweegprogramma van Kindergarden, en dan… naar buiten!’

Tekst gaat verder onder de foto's.

‘Buitenspelen is vaste prik, ook als het koud is. Alles wat groeit en bloeit in de natuur prikkelt de fantasie van de kinderen. We geven aandacht en zijn, als het weer het toelaat, zeker drie kwartier buiten om te rennen, in de zandbak te spelen en natuurlijk pakken we de fietsen erbij.

Zijn de fietsen bezet of gaat iemand ermee vandoor? Dan stimuleren we de kinderen om met elkaar te praten. Oplossen van problemen hoort erbij. Dreumesen geven vaak een fysieke reactie op wat ze ervaren, ze kunnen immers nog niet zo goed praten als de peuters. De kinderen kijken elkaar dan aan, zo van: nu moeten we het zelf doen. Dat is even schakelen, want meestal lossen ouders of volwassen iets op. Vaak verzint het ene kind een compromis en gaat de ander daarin mee, of komt het andere kind met een voorstel. Met jassen en schoenen aantrekken helpen kinderen vaak uit zichzelf andere kinderen die bijvoorbeeld net nieuw zijn in de groep. Wij geven dan een compliment: wat goed dat je hebt geholpen!’

‘Rond half twaalf heeft de huishoudelijk medewerker heerlijk gekookt en ruikt het heel erg lekker: hee, we gaan eten… naar binnen! Eerst handen wassen, de kinderen die zindelijk zijn gaan naar de wc. Aan tafel hetzelfde ritueel: water inschenken en een liedje zingen. Dan rustig warm eten, en na de warme lunch is er yoghurt die de kinderen zelfstandig uit een bekertje lepelen. Washandje, naar de spiegel om te kijken of het allemaal gelukt is. En dan weer spelen. De kinderen die naar bed gaan, helpen we met uitkleden en verschonen we; de kinderen die zindelijk zijn mogen nog een keer plassen. We stimuleren de kinderen die verschoond worden om te gaan plassen en begeleiden ze bij de wc: wil je even op de wc zitten? Is dat niet zo, dan doen we een luier om. Dan gaan ze naar bed.’

‘Meestal zijn we een half uurtje bij de kinderen om ze gerust te stellen als dat nodig is, de meesten vallen dan in slaap. Daarna gaan we terug naar de groep waar nog een paar kinderen zijn. De collega van de vroege dienst (half acht) heeft vervolgens drie kwartier pauze. Daarna houdt de volgende pauze. De kinderen spelen of zijn bezig met een activiteit die we aanbieden. Of we gaan bewegen als we dat nog niet in de ochtend hebben gedaan.’

‘Om drie uur zijn de pauzes voorbij en gaan we opruimen met de kinderen. Weer aan tafel: groente-snacks als paprika en komkommer plus een crackertje met zuivelspread, vegaworst of humus, of eens in de week appelstroop of pindakaas wat de kinderen zelf mogen smeren, ook weer om de zelfstandigheid te bevorderen. Vraag een vriendje of vriendinnetje te helpen als het niet helemaal lukt. Washandje, boenen, spiegelritueel… en weer lekker spelen. Eén keer per dag maken we een verslag voor de hele groep in Konnect. Dat delen we voordat de overdrachten met ouders beginnen.’

De kinderen spelen vrij onder begeleiding van mijn collega of luisteren naar haar als ze voorleest. Wij gaan stofzuigen en opruimen. Veel vestigingen doen dat tussen de middag, wij aan het einde van de dag. Rond vijf uur worden de eerste kinderen opgehaald. De kinderen zijn meestal vrij aan het spelen als de ouders komen of zijn bezig met een activiteit aan tafel. In de middag gaan we bij goed weer naar buiten. Om half zeven worden de laatste kinderen opgehaald en sluiten we de deur.’

Zo’n dag op de peutergroep, wat vind jij het meest bijzondere?

‘Dat je kinderen ziet groeien, zelfstandig ziet worden. Je nodigt uit, daagt uit en stimuleert. Een voorbeeld is de zindelijkheidstraining die we samen met de ouders oppakken. Kinderen op de peutergroep moeten straks immers naar de basisschool en dan moeten ze zindelijk zijn. Ieder kind heeft daarvoor een eigen moment. Welke aanpak gebruiken we en hoe kunnen we daarbij samen werken met ouders? Dat vind ik interessant, net als taalontwikkeling.’

‘Samen liedjes zingen aan tafel of tijdens eetmomenten, spraak stimuleren door een gesprekje te starten of door kinderen te laten inhaken op een verhaaltje; ze uitnodigen door een moeilijk woord te gebruiken. En ik vind het fijn om geborgenheid te geven op de groep. Als je een band met de kinderen hebt, als ze je vertrouwen, zo mooi. Je wil toch elke dag de veilige haven zijn waaruit ze de wereld gaan ontdekken.’