Mantelzorg is hulp aan familie, vrienden of buren. Je geeft mantelzorg, omdat iemand ziek is of bijvoorbeeld psychische problemen heeft. Het is, in tegenstelling tot thuiszorg, vrijwillige hulp: je krijgt er niet voor betaald. Ons land telt meer dan vijf miljoen mantelzorgers. Dat betekent dat ongeveer één op de drie Nederlanders zich over een naaste ontfermt en (intensieve) zorgtaken combineert met werk, school of andere verplichtingen. De vraag naar mantelzorg zal de komende jaren naar verwachting met maar liefst 50 tot 70 procent toenemen.
Laat je bovenstaande tot je doordringen, dan begrijp je waarom 10 november de Dag van de Mantelzorg is. Elk verhaal van een mantelzorger is bovendien uniek. Linden van Oudheusden, HR Business Partner bij Kindergarden, vertelt over de periode dat ze samen met haar broer voor haar ernstig zieke vader zorgde.
Welke zorg namen jullie voor je rekening?
‘Om te beginnen: mijn vader was erg op zichzelf. Hij componeerde graag en verwerkte gebeurtenissen en de emoties die deze bij hem opriepen in de muziekstukken die hij maakte. Daarvoor had hij rust nodig, vond hij. Zo zijn belangrijke delen van mijn jeugd door hem in muziek beschreven, dat is heel mooi.’
‘Eigenwijs als-ie was, wilde mijn vader liever niet dat er vreemde mensen over de vloer kwamen, laat staan om hem te verzorgen. Mijn broer en ik deden alle praktische dingen: boodschappen halen, wassen, koken, schoonmaken en daarnaast alle zaken die geregeld moesten worden, zoals afspraken met specialisten in het ziekenhuis, en de financiën uiteraard.’
‘Alles bij elkaar een pittig pakket. Het was dan ook heel fijn om het met z’n tweeën te doen. En… ik had toen nog geen kindje. Bovendien woonde ik op tien minuten afstand, net als mijn broer. Dat maakte het wel makkelijker. Eén van ons beiden was er elke dag.’
Hoe was die periode voor jou?
‘Heel druk! Maar ook één die veel dankbaarheid bracht. Al hadden we wel eens aanvaringen, mijn vader was echt blij met wat wij voor hem deden en was daar ook dankbaar voor. Je krijgt daarnaast een bepaalde handigheid: als ik boodschappen haalde, nam ik net even wat meer mee voor hem. Kookte ik, dan net even wat meer. Je raakte erop gericht om het zo praktisch mogelijk voor jezelf te maken. Nu kan ik zeggen: het was het een mooi jaar, omdat we het met z’n
drieën hebben gedaan. Er kwam natuurlijk een moment dat ik dacht: dit gaat niet de goede kant op, maar ondanks dat overheerste het gevoel dat we er iets van maakten, zelfs tijdens de ziekenhuisopname.’
‘Ook heb ik de mogelijkheid gehad om nog van alles aan mijn vader te vragen, om bij hem te zijn, om samen bijzondere momenten te beleven. Het was moeilijk, pijnlijk en emotioneel, en tegelijk al een periode van rouw, omdat ik er zo bewust mee bezig was. Daar heb ik achteraf gezien veel baat bij gehad. Kindergarden heeft me daar overigens enorm bij geholpen door met mij mee te denken en mij bewust te houden van mijn eigen vitaliteit.’
Zijn er zaken waar je tegenaan liep?
‘Op een gegeven moment hebben we er een casemanager bij betrokken, omdat je simpelweg expertise nodig hebt om het grotere plaatje te zien. Zo van: wat staat ons allemaal nog te wachten, maar ook om praktische redenen: moet er niet iemand extra ingehuurd worden om bijvoorbeeld schoon te maken. Het was fijn om alvast een lijntje uit te zetten voor wat er nog zou komen.’
Wat heb je gedaan om goed voor jezelf te zorgen?
‘Ik was me ervan bewust dat ik in balans moest blijven, dat was natuurlijk ook beter voor mijn vader. Dus ben ik doorgegaan met leuke dingen doen, ben een keer met vakantie geweest, nam wel eens een vrije dag op en ondernam iets waar ik zelf zin in had. Ook heb ik in die periode met een coach gesproken.’
‘Wat me echt heeft geholpen is het delen met familie, vrienden en ook zeker met mijn collega’s. Mijn manager had ik tijdig op de hoogte gesteld, het contact was goed; ik kreeg ook de ruimte om bij veel afspraken in het ziekenhuis aanwezig te zijn. Dat alles hielp bij het proces van verwerking. Ik voelde enorme steun. Er was veel begrip van mijn omgeving, zowel privé als op mijn werk.’
Hoe kijk je erop terug?
‘Met veel dankbaarheid. Het was een pittig jaar, heel intensief. Maar alles wat we nog samen konden beleven en tegen elkaar zeggen, de vragen die ik kon stellen over zijn familie en achtergrond… Ik heb daarbij geprobeerd de kindrol aan te nemen. Na een tijdje mantelzorgen krijg je namelijk de rol van regelaar, maar je blijft natuurlijk altijd het kind van je vader. Voor hem was dat ook fijner, want daardoor kon hij zich ook nog vader voelen, terwijl ik alles van hem overnam.’
‘Het was ook een proces van acceptatie, het ging immers zo niet langer. Ook belangrijk, mijn broer en ik waren echt een team. Als de één er even doorheen zat, pakte de ander het op. Ik kan er kortom met een dankbaar gevoel op terugkijken.’
Heb je een tip voor wie gaat mantelzorgen?
‘Praat erover, met je omgeving, met de mensen die je lief zijn. Dat is goed voor je eigen verwerking en om begrip te krijgen voor de situatie. Als je over jouw mantelzorg praat, kunnen mensen met je meedenken en je ondersteunen. Besef verder dat je bij mantelzorgen veel tijd en aandacht aan een ander geeft, maar dat je zelf ook staande moet blijven. Plan dus eens een dagje voor jezelf in.’
‘In dat opzicht heb je vast iets aan Open Up, het programma van Kindergarden dat psychologische ondersteuning biedt en waarbij je kosteloos gesprekken kunt voeren met een psycholoog, coach of lifestyle expert, ook als het over mantelzorg gaat.’
‘Als laatste: ik ben niet zo’n schrijver, toch heb ik een aantal keren opgeschreven hoe het met mijn vader ging, waar we mee bezig waren, welke moeilijkheden we ondervonden, enzovoorts. Af en toe kom ik dat boekje tegen. Vanzelfsprekend weet ik hoe de dingen ongeveer zijn gegaan, maar de details ben ik vergeten. Lees ik mijn aantekeningen, dan ben ik helemaal terug en zie ik alles wat we meegemaakt hebben weer duidelijk voor me. Dat vind ik heel waardevol.’